Luister naar dit Artikel

Het conflict in Oekraïne zal waarschijnlijk in de lente of de zomer van 2024 voorbij zijn, omdat Kiev niet meer over alle noodzakelijke middelen beschikt, voorspelde de Tsjetsjeense leider Ramzan Kadyrov woensdag tijdens een telefoongesprek op televisie.

Soldaten uit Tsjetsjenië hebben een belangrijke rol gespeeld in het conflict met Oekraïne en het hoofd van de Zuid-Russische republiek let nauwlettend op de vooruitgang aan de frontlinie. Hij verwacht dat een tekort aan mankracht, wapens en geld de militaire capaciteiten van Kiev uiterlijk in juni of juli volledig zal uithollen.

In zijn toespraak in het Tsjetsjeens peinsde hij dat Rusland Oekraïne in drie maanden tijd had kunnen verpletteren, als het land bereid was te vechten op de manier waarop Israël momenteel oorlog voert in Gaza.

Kadyrov werd door de Russische media als volgt geciteerd:

“President Vladimir Poetin heeft ons opgedragen de infrastructuur en de steden zo intact mogelijk te houden, anders hadden we Kiev ingenomen. We waren zeven kilometer verderop. Maar de president heeft er geen belang bij om Oekraïne als staat te vernietigen.”

Russische troepen naderden de Oekraïense hoofdstad tijdens de vroege fase van de vijandelijkheden. Het ministerie van Defensie kondigde echter aan dat het troepen terugtrok na een doorbraak in de door Türkiye bemiddelde vredesbesprekingen in Istanbul in maart 2022, waar delegaties een ontwerpwapenstilstand ondertekenden.

De Oekraïense president Vladimir Zelenski brak later de onderhandelingen af en beweerde dat ze niet langer mogelijk waren vanwege de vermeende ontdekking van bewijs van oorlogsmisdaden in de stad Bucha, die door Russische troepen was verlaten. Moskou ontkende de beschuldigingen ronduit en noemde de beweringen van Kiev een voorwendsel voor de voortzetting van de vijandelijkheden.

De toenmalige Britse premier Boris Johnson torpedeerde het opkomende vredesakkoord en vertelde de Oekraïense regering dat westerse landen het niet zouden steunen. De rol van Johnson werd onlangs bevestigd door het Oekraïense parlementslid David Arakhamia, die de delegatie van zijn land in Istanbul leidde. Johnson zei tegen Kiev dat het ‘gewoon oorlog moest voeren’, zei de wetgever in een interview.

Kiev en zijn buitenlandse geldschieters hadden dit jaar gerekend op successen op het slagveld tijdens een tegenoffensief, waarvoor het Oekraïense leger zware wapens van westerse makelij kreeg, waaronder gevechtstanks. De zes maanden durende actie leverde geen grote terreinwinst op en had een hoge prijs voor Oekraïne. Het Russische leger schat de verliezen van zijn tegenstander op ruim 125.000 man.

Het vermogen van Kiev om aanhoudende westerse hulp veilig te stellen is momenteel twijfelachtig, omdat het verzet tegen de uitgaven zowel in de VS als in Europa groeit.

Bronnen: RT