Ruimtevaartwetenschapper TU Delft Coen Vermeeren verdiepte zich in buitenaards leven en bekent: “UFO’s bestaan!”
Steun World Unity: alleen via uw maandelijks of eenmalige gift kunnen we de website draaiende houden en de leugens aanpakken. Deze steun is keihard nodig in deze zware economische tijden. Klik hier om te Doneren
Als 12-jarige stond Coen Vermeeren (49) in de achtertuin om ruimtestation Skylab voorbij te zien komen: “Een grote bol fel licht.”
Een jochie dat gefascineerd was door het luchtruim en met het hoofd in de nek naar boven tuurde. “De luxe van een sterrenkijker had ik niet, maar met een verrekijker kwam ik een end. Ik was aangestoken door het enthousiasme van jullie gerenommeerde ruimtevaart-verslaggever Piet Smolders, en zijn begeestering gaf ook de doorslag bij mijn studiekeus. Een moeilijke, want ik was net zoveel alfa- als bèta-man, goed in taal en wiskunde, en ik wilde óók psychologie studeren en óók medicus worden.”
Dr. ir. Coen Vermeeren, in zijn vrije tijd musicus en schilder, is nu docent Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek aan de TU-Delft. Een wetenschapper, die net als diezelfde, oerrationele Piet Smolders het bestaan van ufo’s en buitenaards leven erkent. Móet erkennen, en niet langer kan ontkennen. “Smolders wilde op zijn 65ste voor eens en altijd afrekenen met dat gespeculeer over ufo’s, want die bestonden niet, punt uit. Hij dook erin, en moest het tegenovergestelde concluderen in zijn boek ‘E.T., geen mythe maar werkelijkheid’.”
Zo verging het ook Vermeeren, die als Hoofd Studium Generale algemene workshops en lezingen verzorgt voor de TU. “Mijn hoofdtaak, daarnaast doceer ik ook aan onze 500 eerstejaars LR. De Youtube-generatie. Ze vroegen me hoe ik dacht over ufo’s, en mailden me foto’s en Youtube-filmpjes. Op mij maakten die eerst weinig indruk, totdat ik op sommige filmpje het NASA-logo zag. Beelden van de Spaceshuttle met daarnaast bewegende lichten.” NASA, de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie.
Vermeerens nieuwsgierigheid was geprikkeld. “Ik besloot me grondig in ufo’s te verdiepen. Uit onderzoeken is gebleken dat 95% van de honderdduizenden ufo-meldingen verklaarbaar is. Dat gegeven is niet interessant voor een wetenschapper, die onverklaarbare 5% wel!” Ufo-meldingen genoeg. Die gaan grosso modo over lichtbollen, die in formaties zweven en dan in een hoek wegzwenken, driehoekige platforms die geluidloos boven een weiland hangen, de ‘klassieke’ schotels die in het niets verdwijnen. Vliegende voorwerpen die geen meteorieten, geen weerballonnen, geen disco-laser-projecties kunnen zijn.
“Voor mij was er geen weg meer terug. Ik spitte door getuigenissen van een scala aan zwaar opgeleide en getrainde professionals, van mensen die met beide benen op de grond staan. Piloten, astronauten, generaals, politiemensen, en ingenieurs. Mensen die weten hoe luchtballonnen en straaljagers eruitzien en wat onze techniek kan. Uitgesproken macho’s als F16-vliegers deden heel emotioneel hun verhaal. Mensen die op een gegeven moment de boel opengooiden en zeiden: ik héb dit gezien. Militairen met zwijgplicht, die aan het eind van hun leven, in de tachtig, toch hun verhaal wilden doen, omdat ze het voor zichzelf moesten.” Ook over het befaamde Roswell-incident roerden getuigen zich laat in hun leven. In 1947 zou in de woestijn bij het Amerikaanse Roswell een vliegende schotel zijn gecrasht en buitenaardse lijken zijn geborgen. Veel getuigen hielden die lezing tot hun dood toe vol, al werd het officieel ontkend.
Maar Vermeeren is er voor de volle honderd procent van overtuigd dát er van hogerhand ufo-zaken onder de pet worden gehouden. “Waarom dat gebeurt weet ik niet. Misschien omdat we nou eenmaal in een patentwereld leven. Het recept van Coca-Cola is geheim, en Boeing maakt ook niet alles openbaar. Als wetenschapper steek je je nek uit als je zegt dat ufo’s bestaan. Ik durf het publiekelijk te zeggen, er staan twee van mijn lunchlezingen hierover op internet, binnen een maand waren er tienduizenden hits. Ik heb heel veel positieve reacties gekregen. Niet veel van mijn vakbroeders, wel van de buitenwacht en ook van studenten.
Verguisd
Door Skepsis werd ik verguisd, maar die branden je altijd af zonder zinnig argument. Een student, een grote Fries, was na afloop van mijn lezing stil en zei: ik heb het nooit geloofd, maar nu twijfel ik. Twijfel is een mooi uitgangspunt voor een wetenschapper.
“Ook de Belgische generaal Wilfried de Brouwer had eerst zo zijn twijfels. Ik had twee weken terug een tête-à-tête met hem. Als kolonel speelde hij van 1989 tot 1991 de hoofdrol in het onderzoek naar een enorme ufo-golf met duizenden getuigen boven zijn land. Twee Belgische F16’s kregen de ufo’s op hun radar, tegelijk met een grondradar, bewijs geleverd. Zelf ufo-sceptisch moest De Brouwer erkennen dat deze luchtvloot niet van aardse makelij kon zijn. Zijn rapport was objectief, maar afgezien van een plukje Waalse pers, negeerden de Vlaamse en internationale media het. In Zuid-Amerika en, nota bene, China, is meer openheid over buitenaardse bezoekers.”
Onlangs berichtten wij over het verhaal dat Russen al weken bezig houdt. De Siberische Marta Yegorovnam zou een dood marsmannetje hebben gevonden naast een gescraste ufo. Ze zou het alienlijk twee jaar hebben bewaard in haar diepvrieskist. De beelden gingen snel de wereld rond via internet.
“Internet is wat dat betreft veel opener, het Cometa-rapport dat in 1999 werd overhandigd aan de Franse regering, staat er ook op. Cometa was een diepgaand onderzoek van een denktank vol grote namen uit de Franse wetenschap, luchtmacht, burgerluchtvaart, natuurkunde, politiek, politie. In dat rapport, een opeenstapeling van de beste gedocumenteerde waarnemingen, zowel visueel als op radar, wordt de conclusie getrokken dat we ernstig rekening moeten houden met ‘de buitenaardse hypothese’. Het kan ook niet anders. We zitten in Delft in het hart van de luchtvaarttechnologie, als dit aards zou zijn, waarom kennen we het dan niet? Hoe kan het dat die objecten zich zo kunnen versnellen? Dat ze tien meter boven je hoofd geluidloos stil kunnen hangen of haakse bochten kunnen vliegen? Alles zonder die grote brandstoftanks? Die techniek zou de hele CO2-discussie oplossen, alle vervuiling, brandstofproblematiek, de discussie rond kernenergie…”
Overweldigend
Twee keer zag Coen Vermeeren zelf een ufo: “Raar is het niet natuurlijk, voor iemand die beroepshalve altijd omhoog kijkt. Veel mensen zien ze. Samen met vrienden heb ik er eentje een meter of honderd boven onze buurt gezien, een grote oranje bol. Minutenlang. Het kwam niet eens in me op om naar binnen te rennen en een camera te pakken. Zo overweldigend is het.”
‘UFO’s bestaan!’, De Telegraaf, 3 december 2011
Door Marie-Thérèse Roosendaal
Foto: Serge Ligtenberg
Gerelateerd: