Luister naar dit Artikel

De lijkwade van Turijn is een van de meest mysterieuze religieuze artefacten ter wereld. Het is misschien wel het meest gewaardeerde relikwie in het christendom en men geloofde dat het na de kruisiging om het lichaam van Jezus Christus was gewikkeld. Onlangs echter beweerde antropoloog David Akins dat hij bewijs heeft dat de Lijkwade deze oorsprong niet heeft.

Akins beweert dat hij de oorsprong van de Lijkwade van Turijn terugvoerde naar een Engelse stad. Hij begint zijn observatie door te stellen dat de onderzoekers sporen van albast hebben gevonden in de Lijkwade. Middeleeuwse beeldhouwers gebruikten dit soort gesteente. Een afzonderlijke analyse van de lijkwade suggereerde ook dat dit de oorspronkelijke periode van de lijkwade is.

Akins gaat vervolgens verder met het samenvoegen van deze twee observaties om te suggereren dat de Lijkwade van Turijn hoogstwaarschijnlijk bestond in Burton on Trent, in Groot-Brittannië. Deze gemeenschap was een centrum voor albasten kunstwerken omdat het enorme natuurlijke afzettingen van albast had.

Bovendien stelde Akins ook dat in het begin van de 14e eeuw de Tempeliers, die al zwaar werden vervolgd en op de vlucht waren voor Frankrijk, zich hier vestigden met hun schat. Deze schat bevatte blijkbaar de Heilige Graal.

Akins zegt dat deze mysterieuze groep mogelijk “een standbeeld heeft gemaakt ter nagedachtenis aan de gebeurtenis”. Bovendien, gedurende die tijd, volgens Akins, “kon er maar één mogelijk symbool zijn van de legendarische schat en de Heilige Graal – en dat was de Visserskoning.” De Fisher King was een van de meest legendarische persoonlijkheden die verantwoordelijk was voor de bescherming van de Heilige Graal.

Zo ontstond het beeld en werd het mogelijk tentoongesteld in de abdij van de stad. Akins theoretiseert echter dat het stuk later werd opgeborgen toen de renovatiewerkzaamheden aan het gebouw begonnen. Akins beweert dat dit “is waar het verhaal van de lijkwade van Turijn begint.”

VAN ENGELAND NAAR TURIJN

In de decennia dat de renovatie voortduurde, werd mogelijk een stuk linnen doek gebruikt om het beeld in te wikkelen. Volgens Akins merkten de monniken iets merkwaardigs op toen het werk eindelijk klaar was en de tijd kwam om het beeld tevoorschijn te halen.

Ze “merkten een overeenkomst op tussen de kenmerken van de Visserskoning die op het doek was geïmpregneerd en die van Jezus Christus.” Akins zegt dat het albast van het beeld een chemische reactie had door de mufheid in de kelder, waardoor de indruk op de Lijkwade werd achtergelaten.

Akins theoretiseert vervolgens dat de monnik een plan heeft bedacht om dit stuk stof te presenteren als de lijkwade die Christus bedekt. Waarschijnlijk hoopte hij er een fortuin mee te verdienen. Akins stelt verder voor dat meer onderzoeken naar de Lijkwade van Turijn organische elementen hebben onthuld die lijken op vis en stuifmeel. Bovendien suggereren de afmetingen (13ft x 3ft) dat het linnen niets meer was dan een tafelkleed voordat het werd gebruikt om het standbeeld van de Fisher King in te pakken.

Akins beweert vervolgens dat iemand in Florence de Lijkwade heeft gekocht, wat de reden zou zijn waarom hij in Turijn werd gevonden. De abdij in Burton was volgens Burton een prominent centrum van de wolhandel in Florence.

Hoe zeker Akins ook is over zijn theorie, er zijn nooit tekenen van dit speculatieve beeld van de Fisher King gevonden. Akins beweert dat de monniken die de hoax van de Lijkwade van Turijn hebben gemaakt deze mogelijk hebben vernietigd. Hij hoopt echter nog steeds dat het beeld begraven blijft op het terrein van de abdij. Als het bestaat en wordt gevonden, dan zou dat het definitieve en onweerlegbare bewijs zijn voor de theorie van Akins.

Tot die tijd zijn dit echter slechts beweringen, zij het met aanzienlijke wetenschappelijke onderbouwing.

Bronnen: Coast to Coast