Diepgaandere informatie over Vaccineren.

0
Luister naar dit Artikel

Wereldwijd is het officiële beleid dat onze kinderen vaccins nodig hebben om gezond te blijven. Sinds ongeveer 60 jaar injecteren we onze baby’s en jonge kinderen routinematig met vaccins en we nemen aan, dat wat we doen veilig is. De eerste keer dat ik hoorde dat er giftige stoffen in vaccins zitten dacht ik: “Dat kan niet waar zijn; we spuiten toch zeker geen gifstoffen in onze eigen baby’s?!”


Steun World Unity: alleen via uw maandelijks of eenmalige gift kunnen we de website draaiende houden en de leugens aanpakken. Deze steun is keihard nodig in deze zware economische tijden. Klik hier om te Doneren


Net als de meeste ouders vertrouwde ik er altijd op dat informatie die we van artsen en overheid krijgen de waarheid is en dat er geen belangrijke informatie achtergehouden wordt. Toen ik erachter kwam dat dit wel zo is, ging ik op zoek; en hoe meer ik te weten kwam – hoe beter ik begreep waarom ouders maar voorgelicht worden over het topje van de ijsberg. Licht werpen op de schaduwkanten van vaccins is zeer confronterend. En ik had de keuze – erover zwijgen, of spreken.

In deze aflevering gaan we het hebben over waar we het níet over willen hebben. Wat spuiten we precies in; in welke hoeveelheden, en wat is er in de medische wereld wel en niet bekend over álle ingrediënten van vaccins.

Of onze kinderen nou al wel of nog niet gevaccineerd zijn, ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is zo veel mogelijk te weten wat we doen – of gedaan hebben – als we vaccineren. Pas als we ons hiervan bewust zijn, kunnen we kiezen wat onze volgende stap is. Ik zou zeggen – denk mee en denk na. En vooral ook – maak je instincten weer wakker. Diep van binnen weten we altijd wat onze weg is.

Laten we beginnen…

Wat doen we precies als we vaccineren?

In theorie is dat wat anders dan in de praktijk; eerst de theorie. Ik citeer uit de brochure “Het Rijksvaccinatieprogramma – 50 vragen en antwoorden over vaccinatie”, vraag 1:

“Wat zijn vaccins?

Vaccins zijn stoffen die het immuunsysteem ‘gecontroleerd’ afweerstoffen laten maken tegen bepaalde ziekteverwekkers. Als je een infectieziekte krijgt, maakt je lichaam afweerstoffen tegen de ziektekiem (meestal een bacterie of een virus). Die afweerstoffen beschermen je tegen het opnieuw krijgen van de ziekte. Je bent dan immuun voor die ziekte, soms wel levenslang. Als de ziektekiem opnieuw in je lichaam komt, herkent het immuunsysteem die meteen en maakt hem onschadelijk. Vaccins bevatten verzwakte of gedode ziektekiemen, onderdelen van de ziektekiem of stoffen die door ziektekiemen worden geproduceerd. Hierdoor maakt je lichaam ook afweerstoffen tegen de ziektekiem. Van het vaccin zelf word je hooguit een klein beetje ziek. Zo bieden vaccins bescherming tegen infectieziekten zonder dat iemand de echte ziekte hoeft door te maken. Vaccins worden meestal toegediend met een injectie.”

Dat is wat we doen – in theorie. We injecteren verzwakte of gedode ziektekiemen en daarop reageert het lichaam met het maken van antilichamen en voila het kind is beschermd. Maar wat we in de praktijk doen, daar kunnen we eigenlijk alleen maar naar gissen. Laten we eens kijken of we er bij benadering achter kunnen komen wat we eigenlijk doen als we vaccineren. Daarvoor moeten we twee dingen weten:

1. Wat – precies – spuiten we in?
2. Wat doen die chemische stoffen, en micro-organismen in het lichaam?

Voordat we beginnen een waarschuwing: De informatie die je nu gaat lezen is niet prettig. Het is zelfs zo confronterend dat velen van jullie de neiging zullen krijgen de computer uit te zetten. Ik heb me er vaak over opgewonden dat ik als moeder andere moeders voorlicht over bv. wat er op bijsluiters te lezen is dat we inspuiten. Ik vind dit de taak van de overheid of van de arts die het vaccin toedient. Feit is dat de overheid ons niet informeert over de ingrediënten en de consultatiebureau-arts niets weet over de werking van chemische stoffen die ze inspuit. Ik heb dus maar de rol van de brenger van het slechte nieuws op me genomen. Het moge duidelijk zijn dat ik geen enkel belang bij deze rol heb, anders dan mijn verlangen ouders te helpen bij het maken van een bewuste keuze.

Wat zit er in een vaccin?

Op een bijsluiter zien we dat een er splitsing gemaakt wordt tussen de ‘werkzame bestanddelen’ en de ‘andere bestanddelen’.

De werkzame bestanddelen van een vaccin zijn:

1. Antigenen: dit zijn levende, verzwakte of gedode bacteriën en virussen die verondersteld worden de ziekte te veroorzaken.

En de andere bestanddelen o.a.:

2. Adjuvants: hulpstoffen om de productie van antilichamen te versterken bv. aluminiumfosfaat of squeleen
3. Chemische Conserveermiddelen: zoals 2-phenoxythanol, formaldehyde
4. Chemische Stabiliseermiddelen: gehydroliseerde gelatine, monosodium glutamaat of phenol
5. Additieven om te verdunnen of emulsiefieren: bv. polysorbaat 80
6. Antibiotica: bv. neomycin, streptomycin
7. Vervuilingen: bv. onbekende virussen, of erfelijk materiaal (stukjes RNA en DNA) afkomstig van het medium waarop vaccins op gekweekt worden
8. Water: hierin worden de ziekteverwekkers, chemische en andere ingrediënten van het vaccin opgelost, zodat ze makkelijk ingespoten kunnen worden.

Waarom zitten die stoffen er eigenlijk in?

Het doel van een vaccin is het lichaam aan te zetten tot het aanmaken van antilichamen – want dan heeft het lichaam volgens de theorie ‘bescherming’ opgebouwd, en daar zijn we op uit. Maar we willen natuurlijk niet ziek worden, dus de uitdaging waar de vaccinproducent voor staat is: een vaccin creëren dat antilichamen aanmaakt (aantoonbaar met een simpele bloedtest), zonder dat we de ziekte door hoeven te maken. Hoe wordt dat bereikt, of te wel:

Hoe wordt een vaccin gemaakt?

Een weerzinwekkend verhaal maar zeer belangrijk om te weten. Alleen als we bij benadering weten wat we inspuiten en wat er bekend is over die stoffen en micro-organismen, kunnen we een inschatting maken van wat we doen, en of dat veilig is.

Er zijn drie soorten vaccins: bacterieel, viraal, en toxoid (gemaakt van het gif van de bacterie), en ze worden als volgt geproduceerd:

Er wordt een micro-organisme onttrokken aan een ziek individu door uit de ontlasting of lichaamsvochten de betreffende bacterie of het virus te ‘isoleren’ en vervolgens op een kweek te zetten. Voor vaccinproductie op grote schaal zijn dit hele grote bioreactoren – een soort grote tonnen – met juiste condities zodat de ‘ziekteverwekker’ zich kan vermenigvuldigen. Voor bacteriële vaccins is dit relatief eenvoudig: bacteriën hebben alleen voeding nodig, vaak kalfsplasma. (plasma is die waterige, doorzichtige vloeistof die je soms ziet als wondvocht – bloed zonder rode bloedlichaampjes zeg maar, maar dan van een kalfje)

Virussen, gebruikt voor de ‘virale vaccins’, hebben niet alleen voeding nodig maar ook gastheercellen. Ze zijn namelijk zo minuscuul klein, dat ze zich niet zelfstandig kunnen vermenigvuldigen. Virussen moeten om te overleven parasiteren op de bacterie,- of de weefselcellen waar ze zich in nestelen. De gastheercellen die voor de productie van virale vaccins gebruikt worden, zijn afkomstig van: o.a. kippen -, en apennieren, en zelfs geaborteerde menselijk embryo’s.
De voeding voor virussen is meestal weer plasma onttrokken aan het bloed van de foetus van koekalf.

Samenvattend wordt het micro-organisme dus geïsoleerd en op een kweek gezet. Maar dan hebben we nog geen vaccin. Er zijn nog wel een paar obstakels die de vaccinproducent moet oplossen!

Probleem 1: Hij heeft nu wel een heleboel bacteriën en virussen, maar hij moet er wel voor zorgen dat ze minder gevaarlijk worden want als we ze zó zouden inspuiten bij onze baby’s dan worden die ziek. Dat had Pasteur al ontdekt met zijn laboratorium diertjes. Bacteriën inspuiten is riskant; bovendien zit in babybloed, (menselijk bloed) óók plasma. Oplossing voor probleem 1: De bacteriën worden ‘geattenueerd’ (attenueren is een mooi woord voor het verzwakken of doden van micro-organismen); daar wordt o.a. formaldehyde voor gebruikt.

Nu moet de vaccinproducent echter weer een nieuw obstakel overwinnen:

Probleem 2: Als we geattenueerde bacteriën inspuiten is de ‘immuunrespons onvoldoende’. Ons lijf zegt:” Ja hoor eens even – hier doe ik geen moeite voor, die dingen zijn dood!” Dus we worden er niet ziek van, maar we maken ook geen of ‘onvoldoende’ antilichamen aan. Wat is de oplossing voor probleem 2? De fabrikant gaat de – ‘immuunrespons’ – versterken. En daarvoor gebruikt hij hulp,- of ‘niet-actieve’ stoffen zoals aluminiumfosfaat.

Probleem 3: Als laatste moet hij er nog voor zorgen dat het vaccin goed blijft en er een houdbaarheidsdatum op geplakt wordt. We willen het vaccin kunnen vervoeren en bewaren. En de oplossing daarvoor is: het toevoegen van chemische conserveer,- en stabiliseermiddelen: bv. phenol.

Daarmee hebben we de grootste problemen van de vaccinproducent wel opgelost, maar voor de consument (onze baby), zitten er wel een paar addertjes onder het gras, want we spuiten inmiddels wel wat meer in dan alleen maar ‘geattenueerde ziekteverwekkers!’ Een ‘geïsoleerd virus’ bv. bestaat helemaal niet. Virussen zijn zo oneindig klein, dat we onmogelijk alleen dat zogenaamd ziekteverwekkende virus uit een ziek individu – en later uit de kweek – kunnen isoleren. Uit hoeveel verschillende virussen een ‘geïsoleerd virus’ bestaat is onbekend. Hoe beter de microscoop, hoe meer we er ontdekken.

In een uitstekend artikel: “What Is Coming Through That Needle? – The Problem Of Pathogenic Vaccine Contamination” schrijft Benjamin Mc Rearden:

“Please be aware that there is ample evidence in the scientific literature that serious viruses, bacteria; or components and toxins there from; as wel as foreign animal or cancer-related proteins and DNA are finding their way into the commercial vaccines intended for humans, pets, and agriculture animals”.

Met andere woorden, als we virussen kweken op niercellen van apen, hamsters, en honden, worden vaccins ‘gecontamineerd’ (vervuild) met viraal, erfelijk en ander materiaal van apen, hamsters en honden! En omdat de mens over het algemeen een goede relatie heeft met menselijke virussen maar niet per definitie met virussen of bacteriën van een andere diersoort, kan dat fout gaan. Zoals dat bv. gebeurd is met het poliovaccin en de BMR.

Uit “Vaccine Safety Manual” van N.Z. Miller (zie volgende bladzijde) een overzicht dat de medische wereld het liefst heel diep in de doofpot wil stoppen:

1. Apennieren worden gebruikt om poliovaccins op te ontwikkelen.
2. Het SV-40 virus, een kankerverwekkend virus, gedijt goed op apennieren.
3. Polio vaccins worden besmet.
4. Miljoenen mensen in Amerika en de rest van de wereld zijn ermee geïnfecteerd.
5. Kankergevallen zijn toegenomen en het SV-40 virus – een apenvirus – wordt teruggevonden in botkankers, longkankers en leukemie.

Op www.ouralexander.org kun je een boeiend relaas lezen van ouders die de relatie tussen apenvirussen en kanker ontdekten (in de hersentumor van hun baby) en vervolgens diepgaand onderzoek verrichtten naar wat er ingespoten wordt en wie daarvoor aansprakelijk gesteld kan worden.

Ook het boek “The Virus and the Vaccine” van Debbie Bookchin en Jim Schumacher is een weergave van jarenlange studie naar hoe het mogelijk is dat onwetende CB-artsen onze babies massaal inspuiten met virussen die in proefdieren kanker veroorzaken, zonder ouders hier goed over te informeren. Het leest bijna als een goede thriller – ware het niet dat de bijna 80 blz. “notes and sources” met de verwijzingen naar bronnen, rapporten, verslagen van vergaderingen enzovoorts, aan het einde van het boek niet veel opening meer biedt om de ogen te sluiten voor het feit dat het 40 jaar uitstellen van het erkennen van de realiteit een andere reden heeft dan ‘het beschermen van de volksgezondheid’.

BMR

Wat betreft de BMR schrijft Janine Roberts in haar prachtige boek: “Fear of the invisible” over de vervuiling met kippenvirussen van het BMR-vaccin:

“It thus seems that the reason why so far little has been done to remove the chicken virus contamination from the MMR and other vaccines – is that there is no known safer way to vaccinate, despite many decades of research, despite governments spending millions of dollars to try to find a safe way to make vaccines. Toxins will accumulate in the body – so what long-term accumulative damage is being caused through the great number of vaccines given today?”

Onduidelijk; niemand die het weet.

Tedd Koren, schrijver van Childhood Vaccinations: “Questions All Parents Should Ask” schrijft over het injecteren van dierlijk DNA en RNA:

“Do vaccines affect genetic material? Are we hurting future generations? No one knows”.

We weten het gewoon niet.

Hoe onderzoek je het effect van dierlijk DNA op mensen? Of wat virussen in de verschillende combinaties en hoeveelheden gaan doen in het lichaam van een baby? Als je bv. leeuwen wilt bestuderen kun je met een team van onderzoekers drie maanden in Afrika achter ze aan gaan lopen. En op een gegeven moment kom je er wel achter hoe ze zich gedragen, wat ze eten enzovoorts. Dat kan niet met micro-organismen. Hoe in vredesnaam volg je een virus in een babylijfje?

Conclusie:

Al het onderzoek van virussen en bacteriën vindt plaats in een laboratorium situatie. En dat betekent dat we praktisch niets weten van hun natuurlijke gedrag, en zeker niet over het gedrag (op korte en lange termijn), van virussen van ándere diersoorten in ónze soort.

Het gaat gewoon goed, zolang het goed gaat.

Wat zit er nog meer in vaccins behalve bacteriën en virussen?

Hoe zit het met de chemische componenten van het vaccin? Om welke chemische stoffen gaat het en wat weten we over deze stoffen? Als je ze wilt leren kennen heb je niet veel aan het Handboek Vaccinaties; het leerboek voor CB-artsen, en ook niet veel aan bijsluiters. Informatie kun je vinden op ‘medical data fact sheets’, opvragen bij milieubewegingen of nazoeken op chemiekaarten. (dat zijn overzichtskaarten voor mensen die bv. met giftige stoffen werken en er staat informatie op over de stof zelf en de veiligheid voor de persoon die ermee werkt; bv. informatie over de maximaal toelaatbare waarde – een waarde waarboven de stof, als je het zou inslikken of inademen schade oplevert voor de gezondheid)

Ik wil een paar belangrijke ‘chemische componenten’ van het vaccin noemen en ik heb hiervoor gebruik gemaakt van het boek: “Immunisation – History, Ethics, Law and Health” van Catherine Diodati (ontstaan uit een proefschrift over vaccins n.a.v. de vaccinatieschade die haar dochtertje opliep). Ingekort en vrij vertaald, met tussen haakjes mijn toevoegingen:

Formaldehyde: In vaccins gebruikt om bacteriën en virussen te inactiveren, zit in bijna alle vaccins. Is een kankerverwekkende stof. Formaldehyde oplossingen worden (afgezien van in vaccins) gebruikt om ziektekiemen, schimmels en insecten te doden. De meest bekende toepassing is het conserveren van lijken. (Weet je nog vroeger in de biologie klas, dat er van die potten met dode kikkers en zo stonden op ‘sterk water’? Dat zijn formaldehyde oplossingen die voorkomen dat een dood organisme kan ontbinden want alle bacteriën die dat normaalgesproken doen worden door de formaldehyde gedood).
Formaldehyde is giftig als je het binnenkrijgt (en alles hangt natuurlijk af van de hoeveelheden, daar gaan we het straks over hebben), kan weefselschade veroorzaken bv. longweefsel evenals cellulaire mutaties, overgeven van bloed (indicatie van bloedingen maag en bovenste delen darm), bloed in de urine (gevaarlijk, duidt op nieraandoeningen), duizeligheid, coma, overlijden, huidirritaties, circulatoir collaps. Formaldehyde gaat niet samen met o.a. phenol, wat ook gebruikt wordt in vaccins.

Phenol: In vaccins gebruikt als desinfecteer- en conserveermiddel: Zeer giftige stof, je vindt het o.a. in desinfecteermiddelen, verf en plastic. Blootstelling aan phenol kan leiden tot systematische vergiftiging (het is een protoplasmisch gif d.w.z. giftig voor alle cellen en bijtend op de huid), symptomen bij inname: zweten, overgeven, hoofdpijn, shock, beschadiging van de nieren, convulsies, mentale stoornissen, hart of nierfalen, dood.

2 phenoxyethanol: remt groei en reproductie van micro-organismen. Zeer giftig, kan zeer veel problemen veroorzaken: algehele malaise, blindheid, hypoglycemia (laag bloedsuikergehalte), schade aan maag en ingewanden, verhoogde niveaus van vet triglycerides en cholesterol in het bloed. En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan.

Wisten jullie dat dergelijke stoffen in de pakweg 30 dosissen vaccins zitten, die baby’s toegediend krijgen in hun eerste levensjaar?

Nee?

Hoe zouden we het moeten weten???

De Nederlandse Vereniging voor Toxicologie

Toen ik er tien jaar geleden zelf, min of meer toevallig achter kwam wat er allemaal in vaccins zit en er vragen over stelde aan de CB-arts gaf ze mij het standaard antwoord: “‘Het’ zijn maar hele kleine hoeveelheden en ‘het’ is heel goed onderzocht”. Om welke hoeveelheden het ging wist ze niet en hoe en door wie ‘het’ onderzocht was ook niet dus ik besloot dat zelf maar uit te zoeken. Ik had de hoeveelheden op de bijsluiter bekeken en vroeg me af: “Wat is de maximaal toelaatbare waarde van bv. aluminium, in het lichaam van een baby?

Aluminium is een neuro-toxische stof die een baby nog niet kan afbreken. Wat is de grens waarónder de toegediende hoeveelheid veilig is en waarbóven het beschadiging aan de hersenen of zenuwen kan veroorzaken? Zeg maar net als bij alcohol: hoeveel kan een baby drinken zonder dat ze er dronken van wordt: een flesje, een slokje, een lepel? Dat wilde ik weten en de zoektocht naar die waarden deed me bellen, schrijven, bellen, schrijven, bellen en schrijven (RIVM, College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, CB-artsen, huisartsen, de Minister van Volksgezondheid enz.) Overal kreeg ik hetzelfde te horen: ik hoefde me geen zorgen de maken, want het is heel goed onderzocht. Dat is de officiële lijn – maar het is me nooit gelukt het onderzoek te pakken te krijgen. Er was niet één onderzoek dat het duidelijk kon maken of ze zouden me wat sturen maar dat kwam nooit, of ik moest ergens anders zijn. Kortom, dead end street – totdat ik iemand sprak van de Nederlandse Vereniging voor Toxicologie, en toen kwam de aap uit de mouw. Deze persoon zei simpelweg: “De maximaal toelaatbare waarde van aluminium voor een baby? Dat weten we niet, want er wordt geen onderzoek gedaan op baby’s.”

Ethiek met een dubbele moraal

Het is wettelijk verboden onderzoek te doen op baby’s. Men vindt dat onethisch, en dat vind ik ook. Onderzoek op baby’s is niet echt ethisch verantwoord. Maar is het wel etisch verantwoord om gevaarlijke chemische stoffen in te spuiten – zonder ouders héél goed voor te lichten over het feit dát we ze inspuiten?

Feit is:

1. We worden er niet over voorgelicht.
2. Er worden gevaarlijke stoffen geïnjecteerd in baby’s en kleine kinderen.

Hieronder een overzicht. Voor de duidelijkheid: Het zijn stoffen die je tegen kunt komen in de verschillende vaccins. Dus niet al die stoffen zitten in elk vaccin – maar de vraag is of je er zelfs maar één van zou willen inspuiten. Het zijn stoffen die van nature niet in het bloed van een pasgeboren baby terecht komen, dus moeder natuur is er niet op ingesteld om op een effectieve manier met deze stoffen om te gaan. Bovendien kennen we deze stoffen. Ze zijn gevaarlijk; ze staan bekend als neurotoxin (giftig voor de hersenen en het zenuwstelsel); als respiratoirtoxin (gevaarlijk voor de luchtwegen); als kankerverwekkend enzovoorts

Ammonium sulfate (salt): suspected gastrointestinal, liver, nerve and respiratory system poison. Beta-ropiolactone: Known to cause cancer. Suspected gastrointestinal, liver, respiratory, skin and sense organ poison. Geneticallly modified yeast; animal, bacterial & viral DNA: Can be incorporated into the recipient’s DNA and cause unknown genetic mutations. Latex rubber: Can cause life-threatening allergic reactions (*). Monosodium glutamate (MSG/glutamate/glutamic acid): Being studied for mutageneic, teratogenic (developmental malfor-mation and monstrosities) and reproductive effects. Allergic reactions can range form mild to severe (*). Aluminium: Implicated as a cause of brain damage; suspected factor in Alzheimer’s Disease, dementia, seizures and comas. Allergic reactions can occur on skin (*). Formaldahyde (formalin): Major constituent of embalming fluid; poisonous if ingested. Probable carcinogen; suspected gastro-intestinal, liver, immune system, nerve, reproductive system and respiratory poison. Linked to leukemia, brain, colon and lymphatic cancer. Micro-organisms: Live and killed viri and bacteria or their toxins. The polio vaccine was contaminated with a monkey virus now turning up in human bone, lung-lining (mesothelioma), brain tumors and lymphomas. Polysorbate 80: Known to casue cancer in animals. Tri(n)butylphosphate: Suspected kidney and nerve poison. Glutaraldehyde: Poisonous if ingested. Causes birth defects in experimental animals. Gelatin: Produced from selected bones of calf and cattle skins, de-mineralized cattle bones and pork skin. Allergic reactions have been reported (*). Gentamicin sulfate & Polymyxin B: Allergic reactions can range from mild to life threatening (*). Mercury (thimerosal): One of the most poisonous substances known. Has an affinity for the brain, gut, liver, bone marrow and kidneys. Minute amounts can cause nerve damage. Symptoms of mercury toxicity are similar to those of autism. Neomycin sulfate: Inerferes with Vitamin B6 absorption. An error in the uptake of B6 can cause a rare form of epilepsy and mental retardation. Allergic reactions can be mild to life threatening (*). Phenol / Phenoxyethanol: Used as antifreeze. Toxic to all cells and capable of disabeling the immune system’s primary response mechanism. Human & animal cells: Human cells from aborted fetal tissue and human albumin. Pig blood, horse blood, rabbit brain, guinea pig, dog kidney, cow heart, monkey kidney, chick embryo, duck egg, calf serum, sheep blood and others. (*) When babies are hours or days old it is impossible to know if they have an allergy.
Bron: Koren Publications, Inc.

En dan is nu de vraag

Wat zijn de effecten van het inspuiten van steeds grotere hoeveelheden gevaarlijke hulpstoffen, op steeds jongere leeftijd, in onze baby’s en kinderen?

‘Het’ zijn maar hele kleine hoeveelheden en ‘het’ is heel goed onderzocht

Hoeveelheden zijn inderdaad super belangrijk. We nemen weer alcohol als voorbeeld: wat alcohol doet in je lichaam hangt helemaal af van de hoeveelheid die je drinkt. Eén glaasje voor een volwassene merk je meestal niet eens; drink je meer, laten we zeggen zo’n 3 tot 7 glazen, dan gaat het je functioneren beïnvloeden. Drink je teveel dan wordt het een gif: na een glas of tien gaat je lichaam overgeven om het zo snel mogelijk kwijt te raken. En drink je bv. 20 glazen in een paar uur, dan wordt de concentratie alcohol in je bloed, en daarmee ook in de hersenen, zó hoog, dat je bewusteloos of in coma kan raken. Een alcoholvergiftiging is echt geen lolletje meer; daar kun je aan overlijden.

Dus wat alcohol, of een andere stof doet in je lichaam hangt helemaal af van de hoeveelheid die je drinkt, en natuurlijk van de conditie van de ontvanger. Eén glas wijn in het flesje van de baby is weer een ander verhaal.

Over de standaard argumenten van de arts: ‘het’ zijn maar hele kleine hoeveelheden en ‘het’ is heel goed onderzocht valt dus wel het een en ander te zeggen.

1. In de praktijk is de hoeveelheid vaccinvloeistof die ingespoten wordt bij een baby en een volwassene hetzelfde … maar het lichaamsgewicht en de mate van ontwikkeling van het organisme niet.

Dat betekent dat het inspuiten van een gelíjke hoeveelheid vaccin een totaal andere uitwerking kan hebben op een baby dan op een volwassene (dit is de reden waarom je een kind maar een half asperientje geeft; minder lichaamsgewicht dus er is minder medicijn nodig om hetzelfde effect te bereiken.)

2. Niet alleen het lichaamsgewicht maar ook de conditie van de ontvanger verschilt: een volwassene heeft een volledig ontwikkeld immuunsysteem, en een baby nog niet. De nieren van een baby bv. kunnen nog geen aluminium uitscheiden dus dat blijft in het lichaam aanwezig. We vaccineren niet één keer maar met 2 maanden, 3 maanden, 4 maanden enz. En daardoor is er sprake van een cumulatief effect; de hoeveelheid aluminium in het lichaam wordt met elke prik groter.

Boyd Haley, wetenschapper gespecialiseerd in de effecten van o.a. kwik en aluminium in vaccins zegt:

“A single vaccine given to a six-pound newborn is the equivalent of giving a 180-pound adult 30 vaccinations on the same day”. (In Amerika wordt de eerste prik gegeven op de dag dat de baby geboren wordt, in Nederland is de baby twee maanden oud als het de eerste injectie krijgt. Laten we zeggen dat de baby dan bv. 10 pond weegt – dus de ratio verandert, maar toch, het effect van één prik voor een volwassene staat gelijk met –tig prikken voor een baby) Include in this the toxic effects of high levels of aluminum and formaldehyde contained in some vaccines, and the synergist toxicity could be increased to unknown levels. (in combinatie hebben de verschillende stoffen ook weer (voornamelijk onbekende) effecten..) Further, it is very well known that infants do not produce significant levels of bile (gal) or have adult renal capacity (nieren zijn bij babies nog niet goed ontwikkeld) for several months after birth. Bilary transport is the major biochemical route by which mercury is removed from the body, and infants cannot do this very well. They also do not possess the renal (kidney) capacity to remove aluminum. Additionally, mercury is a well-known inhibitor of kidney function.”
Boyd Haley Ph.D.

Nogmaals: het immuunsysteem van een baby is qua ontwikkeling niet te vergelijken met dat van een volwassene en daarom kan de baby zich niet ontdoen van een groot gedeelte van de ‘hulpstoffen’ van een vaccin.

Punt 3 met betrekking tot hoeveelheden heeft te maken met toenemende weerstand. Onderzoek naar de ‘prikbereidheid’van ouders heeft uitgewezen dat veel ouders het niet leuk vinden om naar het consultatiebureau te gaan om die prikken te halen. Dit is de reden dat de overheid is begonnen om zoveel mogelijk prikken in één spuit te combineren om de ‘prikmomenten zo laag mogelijk te houden’. Dat is prettiger voor de ouders, maar niet voor het kind. De toxische stoffen komen door de gecombineerde vaccins in grotere hoeveelheden tegelijkertijd het lichaam binnen, en dat betekent natuurlijk een grotere belasting voor het systeem. En niemand kan met zekerheid zeggen waar de grens ligt van welke hoeveelheid een individuele baby op een bepaald moment kan verwerken. Ook artsen niet.

The River of Life

Het inspuiten van giftige stoffen praktisch direct in de bloedbaan zou je kunnen vergelijken met het lozen van chemische afvalstoffen in een rivier. Als er één fabriek is die dit doet, vangt moeder natuur het wel op. Zijn het er tien dan krijgen de vissen kanker, 50 en ze worden onvruchtbaar en 80 dan sterft al het leven in de rivier uit.

Op dit moment is 10% van de vrouwen in Amerika onvruchtbaar en de eerste doodsoorzaak van kinderen onder de 15 jaar is kanker. Hoeveel procent van die kindersterfte zou veroorzaakt kunnen zijn door vaccins? 1%, 10%, 20%? We weten het niet, en we zullen het nooit weten ook – want het wordt niet onderzocht.

Ik citeer Ted Koren uit “Childhood Vaccination, Questions all parents should ask”.

“Are vaccines responsable for the increase in childhood cancers?”

Een belangrijke vraag. De schrijver heeft de bijsluiters erbij gepakt en kwam tot de schrikbarende conclusie dat:

“Non of the vaccines injected into children have been tested for their carcinogenic (cancer causing), mutagenic (mutation causing) (we spuiten ook stukjes erfelijk materiaal in: dierlijk RNA en DNA) or tetarogenic(developmental malformation causing) potential”.

Het wordt niet getest.

Zijn conclusie wordt gevolgd door een lijst van 2 pagina’s lang met citaten van bijsluiters waarvan hier een gedeelte:

We spuiten stoffen in waarvan we weten dat ze kanker kunnen veroorzaken maar het verband met de toenemende kindersterfte aan kanker wordt niet gelegd, want:

Ten eerste krijg je geen kanker de dag nadat je gevaccineerd bent; er zit tijd tussen het toedienen van het vaccin en het aan het licht komen van de bijwerkingen, daar kunnen jaren overheen gaan.

Ten tweede kun je van zoveel dingen kanker krijgen.

Ten derde is de medische wereld helemaal niet bezig met het achterhalen van de oorzaak. De oncoloog in het ziekenhuis zegt heus niet: “Dit zou je derde DKTP kunnen zijn… of de dampen die uit de nieuwe vloerbedekking kwamen toen je drie was.” Daar is toch geen beginnen aan? Oncologen kijken niet naar oorzaken maar houden zich alleen bezig met het ‘behandelen’ van gevolgen.

Bij ons staat er niet op de bijsluiters dat er geen onderzoek naar kanker-verwekkende eigenschappen van het vaccin gedaan zijn

Waarom wordt er in Amerika expliciet vermeld op de bijsluiters dat het niet onderzocht wordt? Omdat vaccineren in de V.S. verplicht is. Maar met het groeiende bewustzijn van wat we eigenlijk inspuiten gaan steeds meer ouders rechtszaken voeren als het fout gaat en daarom dekt de fabrikant in.

In Nederland hebben we een andere cultuur. Ons beleid is: géén slapende honden wakker maken! De fabrikant geeft zo min mogelijk informatie over wat ze noemen de ‘andere bestanddelen van vaccins’. Over de chemische stoffen en ‘vervuilingen’ die bij elke prik mee ingespoten worden horen we eigenlijk niets.

Vaccineren is tenslotte een kwestie van vertrouwen!

Hoe gaat dit in zijn werk.

Ouders vertrouwen de gezondheid van hun kinderen toe aan de arts op het consultatiebureau want die heeft ervoor geleerd en ‘ze zal heus wel weten wat ze doet.’

Ouders realiseren zich niet dat artsen nietsweten over de stoffen die ze inspuiten. Vraag de CB-arts maar eens wat ze weet over formaldehyde (er staat niets over de werking van formaldehyde in haar leerboek). En je komt er al snel achter dat ze er net zoveel over weet als jij en ik. ‘Het’ zijn hele kleine hoeveelheden en ‘het’ is heel goed onderzocht is beleid. Of liever gezegd marketing. De onderzoeken waar de CB-arts het over heeft zijn door de fabrikant gedaan. De arts heeft de onderzoeken niet uitgevoerd, niet bestudeerd, niet gecontroleerd en zelfs niet eens gelezen.

Op bv. nascholingsdagen heeft ze wel geleerd hoe ze om moet gaan met de kritische vragen van onwillige of twijfelende moeders. Onderzoek naar de ‘prikbereidheid van ouders’ (dit kun je lezen in bv. “The future of the National Immunization Programme”, te downloaden van het internet) wijst uit dat: “het zijn maar hele kleine hoeveelheden”, “het is heel goed onderzocht” en “doe het nou maar, want als je kind ziek wordt krijg je later spijt” de top drie argumenten zijn om twijfelende ouders over de streep te halen.

Dus dat is het beleid.

Artsen volgen het beleid, maar de overheid bepaalt het

Wat zegt de overheid eigenlijk over het inspuiten van die giftige stoffen?

Niets.. de overheid weigert ouders voor te lichten over de ingrediënten van vaccins. Zij baseert haar beleid op het advies van de gezondheidsraad.

Wat zegt de gezondheidsraad over het inspuiten van giftige, chemische stoffen in baby’s en jonge kinderen?

Niets.. zij krijgt haar informatie van de fabrikant.

De gezondheidsraad is een organisatie die de overheid adviseert over o.a. het invoeren van nieuwe vaccins. Het bestaat uit een relatief kleine groep ‘experts’ en haar advies bepaalt voor een groot deel het vaccinatiebeleid. De gezondheidsraad is ‘pro-vaccins’. Het eerder genoemde rapport: “The future of the National Immunisation Programme: towards a programme for all age groups” gaat over alle nieuwe vaccins die in de wachtkamer zitten om toegevoegd te worden aan het RVP: 23 in totaal (waaronder waterpokken, griep, hepatitis B, hepatitis A)

‘A program for all age groups’: Niet alleen de baby’s, kleine kinderen, toeristen, bejaarden, tieners en zwangere vrouwen lopen risico. Iedereen loopt risico! En hoe meer, hoe vaker en hoe vroeger we beschermd zijn hoe beter. Dat is haar motto.

Ik citeer uit het rapport van de Gezondheidsraad:

“Greater understanding of the immune system opens the way for additional vaccines:

“It is also now known that the immune system is quite capable of coping with very large numbers (thousands) of antigens. There is therefore no reason to suppose that the immune system can be overloaded or otherwise adversely affected by exposure to different antigens, as happens in the NIP (national immunisation programme)”.

De gezondheidsraad houdt haar blik strak gericht op de bacteriën en virussen (die volgens het medische dogma ziekten veroorzaken) en, zoals we in deel twee hebben gezien zijn ze inderdaad oneindig in aantal. We kunnen dus echt eindeloos doorgaan met vaccins ontwikkelen en toevoegen aan het RVP om ‘nog beter beschermd’ te zijn.

Ware het niet ……dat we dan ook wel heel veel additieven ingespoten krijgen. En wat de grens is van het aantal additieven, (de chemische toevoegingen) die ons lichaam kan verwerken, dáár wordt in het hele rapport geen woord over gezegd.

Gezondheid en industrie

De gezondheidsraad heeft nauwe banden met de farmaceutische industrie.

Wat zegt de fabrikant over het inspuiten van giftige, chemische stoffen?

“Vaccins zijn veilig” zegt de fabrikant, “want de ziekteverwekker is ‘onschadelijk’ gemaakt en de chemische componenten zijn zooooo klein dat die geen schade op kunnen leveren”. Dat is de boodschap die keer op keer op keer herhaald wordt. “Vaccins zijn veilig” is de mantra van de fabrikant.

En ik gelóóf het niet.

We spuiten geen vitamine C in, het gaat om chemische stoffen! Het enige ingrediënt in een vaccin waarvan we zeker weten dat het veilig is, is een beetje water – daar wordt alles in opgelost zodat we het in kunnen spuiten – voor de rest bevat een vaccin bacteriën, virussen en chemische stoffen waarvan bekend is dat die gevaarlijk zijn. Veilig???!!! Voordat er iemand dit brouwsel inspuit in mijn baby wil ik graag weten hoe en door wie bewezen is dat dit veilig is!

Give us a choice and show us the Science

En ik sta hier niet alleen in.

In Washington organiseerde het NVIC (National Vaccine Information Centre) in oktober 2009 voor de vierde keer een internationaal congres waar honderden ouders en gezondheidswerkers aan deelnamen. Hun motto? “Give us the choice and Show us the Science”. We willen kunnen kiezen (en keuze betekent ook dat we geïnformeerd en niet geïndoctrineerd worden), en we willen het onderzoek zien dat bewijst dat vaccins veilig zijn.

Wat ging hieraan vooraf?

Een groei in het bewustzijn van honderden duizenden, waarschijnlijk miljoenen ouders.

Ruim tien jaar geleden vierde het zoontje van een vriendin van mij zijn eerste verjaardag en de hele kamer zat vol; 12 andere kiddies, allemaal zo’n beetje één jaar. Super gezellig, behalve toen we het over hun gezondheid kregen. Van de 12 kindertjes hadden er al 9 medische behandelingen gehad; antibiotica, zalfje… De één had alsmaar last van zijn oortjes, de ander was constant verkouden, de derde had astma; ik wist niet wat ik hoorde. Maar toen ik erover begon dat ‘vaccins hier misschien iets mee te maken hadden’ keken moeders me aan alsof ik gek was. Hoe kwam ik erbij. Dat kon echt niet! Thuisgekomen zei ik tegen mijn man: “Ik denk dat een groot deel van die baby’s daar vaccinatieschade heeft”.

Bijna nergens bestaat zovel verwarring over als over bijwerkingen van vaccins. Hoe meer ouders een verband vermoeden; hoe harder dit door de autoriteiten ontkend wordt. Niemand weet precies wat de bijwerkingen van vaccins zijn.

Wat mij betreft zijn er drie versies:

1. Niet herkende bijwerkingen:

Ouders die ploeteren met een kind dat constant verkouden is, of kanker heeft, en dat vaccins daar misschien iets mee te maken zouden kunnen hebben komt gewoon niet in hen op.
Artsen in deze groep zijn de artsen en voorlichters die zeggen: er zijn geen bijwerkingen van vaccins. Op de uitnodigingsfolder die ik tien jaar geleden kreeg stond niets over bijwerkingen – en over die oorontsteking of epileptische aanval na vaccinatie – zei de arts: dat is ‘coïncidenteel voorkomen’, met andere woorden: heeft niets met vaccinatie te maken maar gebeurt toevállig net na de vaccinatie. En wat de arts zei, dat was gewoon zo, en moeders gingen met een antibioticakuurtje weer naar huis.

2. De tweede groep noem ik de vermoede bijwerkingen:

Ouders in deze groep zitten in de verwarring – ze worden heen en weer geslingerd tussen wat ze zelf voelen en denken en wat de autoriteiten zeggen dat waar is.

N.Z. Miller vezamelt reacties van ouders op zijn website www.thinktwice.com. Ik laat er een paar zien.

*When my daughter was 2 years old, she received her MMR shot. Five days later, she had a high fever and seizures. Now she has a hearing loss. Can MMR damage hearing?
*My daughter had a serious reaction to MMR at 22 months. She developed brain damage after a fever of 106 degrees. She also had seizures which are unresponsive to medication, damage to nerves of her eyes and learning disabilities that she battles every day. We took her case to court and lost.
*I would like to know if there are more people like me who have lost children to diabetes from the MMR shot. Could you sent me studies, data, or personal stories that you have concerning other babies, such as mine, who went into sudden onset diabetes after getting the MMR shot?
*Three days ago my friend’s 15 month old daughter was hospitalized after experiencing a high fever and her first seizure. The hospital put the baby through a series of tests, including a CAT scan and CBC. My friend told me he thought it was a reaction to the MMR vaccine she recently received. However, the doctors were puzzled as to the cause and disallowed the explanation.

Op de website www.thinktwice.com gaat dit pagina’s lang door. Steeds meer van dit soort ervaringen van ouders beginnen in de maatschappij hun weg te vinden. En zelfs consultatiebureau-artsen zeggen nu voorzichtig: “Vaccineren kán bijwerkingen hebben”. De uitnodigingsfolder is inmiddels aangepast, en nu staat het er zelfs op: ‘vaccineren kan bijwerkingen hebben’, maar het gaat dan wel om ‘milde’ bijwerkingen:

Uit de folder: ‘meestal ontstaan de bijwerkingen op de dag van inenting en duren niet langer dan 24 tot 48 uur’. Het gaat om: ‘verschijnselen rondom de prikplek, roodheid, zwelling, pijn, soms koorts, hangerigheid’. Dat valt dus allemaal nog wel mee.. Een enkele keer ‘heftig langdurig huilen bij baby’s’ of ‘flauwvallen bij kleuters’ is eigenlijk wel het ergste, want ‘verkleurde benen, heftige uitslag, koortsstuipen en collapsreacties komen zelden voor’– staat er.

De brochure veiligheid en vaccinaties van de overheid stelt ons nog extra gerust met: “Voor alle bijwerkingen geldt dat ze spontaan verdwijnen en zelden of nooit blijvende schade aanrichten, hoe bedreigend ze er ook uitzien”.

We gaan een klein uitstapje maken naar de wetenschap die onder dergelijke uitspraken ligt

Vaccinonderzoek door de producent uitgevoerd verloopt in verschillende fasen:

1. Eerst wordt er in een laboratorium onderzoek gedaan op dieren, meestal muizen en ratten. Mijn mening: Onderzoek op dieren kost veel geld, het is een wrede aangelegenheid; het geeft informatie, maar bewijst niet dat vaccins veilig zijn voor baby’s. Baby’s en muizen zijn twee verschillende dingen.

2. Daarna worden vaccins getest op jonge volwassenen, maar weer, ook jonge volwassenen zijn niet te vergelijken met baby’s; ze hebben meer lichaamsgewicht en bovendien een volgroeid immuunsysteem.

3. De laatste fase in het onderzoek is het testen van het vaccin ‘in de praktijk’: men kijkt hoeveel bijwerkingen er gemeld worden en past het Rijksvaccinatieprogramma hierop aan. Dat betekent dat onze kinderen – zonder dat we hierover goed voorgelicht worden – in vele gevallen proefkonijn zijn.

Het grijze gebied van ‘aanpassingen van het vaccinatiebeleid’ gebaseerd op de hoeveelheid meldingen van bijwerkingen vind zowel plaats in fase 3 van het onderzoek als daarna. En de overheid noemt dit ‘intensieve veiligheidsbewaking’.

Ik citeer uit de brochure “Vaccinaties en Veiligheid”:

“Intensieve veiligheidsbewaking is een belangrijk onderdeel van het Rijksvaccinatie Programma. De consultatiebureaus en GGD’en waar kinderen worden gevaccineerd melden mogelijke bijwerkingen bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM registreert en onderzoekt de klachten. Er wordt bv. gekeken of ze verband houden met de samenstelling van vaccins, de gelijktijdige toediening van vaccins, het aantal keren dat kinderen in totaal worden gevaccineerd of de leeftijd van de kinderen. Met de opgedane kennis en ervaring wordt het Rijksvaccinatieprogramma steeds verder verbeterd”.

Weinig ouders beseffen dat op het moment dat de vaccinproducent een ‘veilig en effectief’ vaccin op de markt brengt er geen bewijs is dat het vaccin veilig is voor baby’s. Dat moet in de laatste fase van het onderzoek – in de praktijk – nog blijken aan de hand van het aantal bijwerkingen dat gemeld wordt.

Het probleem is alleen dat nietsvermoedende ouders geen flauw idee hebben wat ze kunnen verwachten. We weten niet wat er ingespoten is; de arts gelooft dat het veilig is; we vertrouwen de autoriteiten; we weten niet dat in veel gevallen het onderzoek nog niet afgerond is, en bijwerkingen melden??? Uhm… Ehhh… waar doen we dat?

Naar schatting is het aantal bijwerkingen dat gemeld wordt het topje van de ijsberg – vaak zien noch de arts, noch de ouders het verband tussen optredende klachten en vaccins.

Grassroot movement on the rise

Omdat in de praktijk de getallen gestaag blijven stijgen en ouders zich steeds beter organiseren zijn we erachter aan het komen dat bijwerkingen helemaal niet zeldzaam zijn; ze worden alleen zelden gemeld. Het National Vaccine Information Centre is begonnen met het opvullen van de hiaten in de voorlichting (zie bovenstaande folder):

Veel voorkomende bijwerkingen worden door moeders omschreven als:
… “It was a pain cry, a shrill scream and lasted for hours and nothing would help”.
… “Her eyes twitched, her chin trembled, her body went rigid and then would shake”
… “She won’t sleep or eat. She throws herself down and sreams for no reason. She was a sweet and happy child an is now out of control. Shen changed into a totally different child.”

CB-artsen reageren op dergelijke ervaringen, zeker als moeders daarbij ook nog het vermoeden uitspreken dat het vaccin er iets mee te maken heeft, over het algemeen met: “Het verband tussen reactie X en aandoening Y en vaccins is niet aangetoond”. Daarover zo meer.

3. Groep drie zijn de vermoede bijwerkingen op lange termijn:

In 1976, 796,000 children were learning disabled. Today 1 child in 6 is learning disabled.
In 1979, there were 2 million asthmatic children. Today 1 child in 9 has asthma.
In 1970, 1 child in 2,500 developed autism. Today 1 child in 100 develops autism.
In 1970, 1 child in 1,750 was diabetic. Today 1 child in 450 becomes diabetic.
Bron: NVIC (National Vaccine Information Center)

Dit zijn de Amerikaanse cijfers (Nederlandse cijfers worden slecht bijgehouden of zijn moeilijker te achterhalen, maar liggen naar mijn inschatting (nog) wel wat lager).

CDC Mandatory Vaccination Scedule
Comparison:
1983 – 10 vaccines
2007 – 36 vaccines

Als we kijken naar de toename in het aantal vaccins – nog steeds in Amerika – 10 in 1983 en 36 in 2007 en 49 dosissen van 14 verschillende vaccins vóór de leeftijd van 6 jaar in 2010. En dus een enorme toename in chemische stoffen die het kindje moet zien te verwerken – dan rijst de logische vraag: Is het mogelijk dat in ieder geval een deel van die stijging in aandoeningen veroorzaakt wordt door de toename in vaccins? Artsen houden vol dat het ‘verband niet is aangetoond’, maar steeds meer ouders zijn overtuigd van het tegendeel. Ze hebben bv. ervaren dat hun kindje gezond was, een BMR prik kreeg – dezelfde avond met koortsstuipen op de intensive care in het ziekenhuis lag en daarna nooit meer de oude is geworden. Tja.

De enige manier om te bewijzen dat vaccins wel of niet de oorzaak zijn van de toename in Autisme, ADHD, Astma, Allergieën enz. is natuurlijk een CRT studie (controlled randomized trial). Gewoon, een paar duizend gevaccineerde kinderen – eenzelfde aantal ongevaccineerde kinderen (levend onder gelijkwaardige omstandigheden), die volg je gedurende een aantal jaren – ik zou zeggen minstens 10 – en dan ga je turven: hoeveel krijgen er autisme in de gevaccineerde groep en hoeveel in de ongevacineerde. Heel simpel, een lange termijn onderzoek met een ongevaccineerde controlegroep is de enige manier om te bewijzen dat vaccins veilig zijn. Maar dit onderzoek wordt niet gedaan: “Omdat, zegt de fabrikant, we kinderen geen vaccins mogen onthouden want vaccins zijn een levensreddende interventie”.

Scamscience

Scamscience is de term die in de V.S. steeds vaker valt als men het heeft over het onderzoek wat de producent aanvoert om aan te tonen dat zijn vaccin veilig is. Er zijn namelijk drie belangrijke onderzoeken die systematisch ontbreken:

1. Er wordt geen onderzoek gedaan op de doelgroep – dat verdraait onderzoeksresultaten omdat muizen en jonge mannen nou eenmaal geen baby’s zijn.

2. Er wordt geen lange termijn onderzoek gedaan – de proefpersonen worden meestal maar een paar dagen gevolgd – dat verdraait onderzoeksresultaten want bijwerkingen komen soms pas na jaren aan het licht: leerstoornissen bv. ontdek je pas echt goed als het kind naar school gaat.

3. Er wordt geen ongevaccineerde controlegroep gebruikt – vaak is de controlegroep volledig gevaccineerd en krijgt de groep waarop het nieuwe vaccin getest wordt er alleen nog een extra vaccin bij – dit verdraait de resultaten omdat de controlegroep in wezen niet veel verschilt van de onderzoeksgroep; ze krijgen allebei de toxische componenten van vaccins ingespoten.

Dus de situatie is als volgt

Onze kinderen worden steeds ‘beter’ beschermd (nu zo’n drie generaties lang), en onze kinderen worden steeds zieker. We weten nog niet wat de oorzaak is – hoewel we zolangsamerhand wel onze vermoedens hebben. Een feit is dat de epidemieën van infectieziekten van 100 jaar geleden, plaatsgemaakt hebben voor epidemieën van neurologische en immunologische aandoeningen: Autisme, ADHD, Astma, Allergieën.

In “Healing the New Childhood Epidemics – Autism, ADHD, Asthma and Allergies” van Kenneth Bock staan cijfers (uit 2008) – en deze zijn helaas alleen maar hoger geworden.

“Autism has increased, according to most estimates from approximately one in every 2,500 to 10,000 births to one in every 150-166 births, in over just the past twenty years. At least a half-million American children have autism spectrum disorders, and some experts believe it to be as high as 1.5 million. Better diagnosis does not account for this, because the diagnostic criteria have not changed significantly for many years. ADHD has increased by at least 400 percent over the same twenty years. Now 3,5 million suffer from it. Asthma has increased by 300 percent over the same time period and allergies by 400 percent.”

De medische wereld heeft géén verklaring voor de schrikbarende toename maar blijft herhalen dat het verband tussen vaccins en aandoening … (vul maar in) niet aangetoond is. En dat klopt, want het onderzoek dat het verband zou kúnnen aantonen wordt niet gedaan en daarom kunnen de autoriteiten zonder problemen volhouden dat de gezondheidsproblemen van onze kinderen óf coïncidenteel voorkomen (toevallig rond dezelfde tijd als de vaccinatie), of – een andere favoriet; niet dóór maar ná vaccinatie. En als er maar genoeg vertrouwen is in het RVP gaat dat een hele tijd goed.

Maar de reus wordt wakker…

Feit is, dat veel ouders van ernstig zieke kinderen niet stil zitten. Ze gaan zoeken naar bewijzen, zoeken naar genezing en zoeken naar oorzaken. Eerst was het een enkeling maar zolangsamerhand zijn ouders massaal aan het zoeken. En velen van hen zijn op een natuurlijke manier de afgelopen decennia terecht gekomen in het hart van de controverse met betrekking tot de veiligheid van vaccins: de wetenschap.

Wat wetenschappers zeggen over bijwerkingen

Vroeger dacht ik altijd: “Wetenschap is waarheid”. Wetenschap is een objectief gebeuren en wetenschappers zijn het met elkaar eens. Nu weet ik dat wetenschappelijke onderzoeken líjnrecht tegenover elkaar kunnen staan. Grof gezegd zijn er twee interpretaties met betrekking tot de ‘hulpstoffen’ in vaccins.

Ik neem aluminium als voorbeeld.

Aluminium: zit in bijna elk vaccin, functie: hulpstof: het moet erin, anders worden er niet genoeg antilichamen geproduceerd. N.Z. Miller heeft de hoeveelheden die op de bijsluiters staan opgeteld en kwam tot een cumulatieve blootstelling van 4,925 mcg aluminium op de leeftijd van 18 maanden.

Wat is het effect van bijna 5 microgram aluminium in het lichaam van baby’s?

Wat zeggen onafhankelijke experts? De aluminium die geïnjecteerd wordt, zit binnen 15 minuten in de bloedbaan, en dat betekent dat het gaat circuleren door het hele lichaam. baby’s kunnen aluminium niet uitscheiden en het lichaam gaat het opslaan. Waar? In vetweefsel, m.n. in het vettige weefsel in de hersenen. Dit is een gevaarlijke situatie. Waarom? Bij de geboorte is het hele organisme nog ‘onaf’: bv. het spijsverteringssysteem is nog niet voldoende ontwikkeld om vast voedsel te verteren, baby’s kunnen nog niet lopen; het spierstelsel is nog niet sterk genoeg en ga zo maar door. Het zenuwstelsel is ook nog niet helemaal ‘af’. In de eerste twee jaar vindt er zeer veel ontwikkeling plaats op het gebied van het aanmaken van synapsen en myeline schedes. Synapsen zijn overgangen tussen de verschillende zenuwen, en zéér belangrijk voor een goede coördinatie. Kort door de bocht: Ik zie wat – de oogzenuw brengt de boodschap naar de hersenen – en ik pak het – van de hersenen brengen zenuwen de boodschap weer naar de spieren van de arm en hand. Een schijnbaar simpele handeling vergt de verbinding tussen talloze zenuwuiteinden. Bij een baby zijn de bewegingen nog erg schokkerig, want de synapsen zijn nog niet aangemaakt, met andere woorden de ‘paadjes’ tussen de verschillende zenuwen zijn nog niet gebaand. Ook het proces van het aanmaken van myelineschedes is nog lang niet af. Myelineschedes zijn vettige, isolerende hulzen die – net zoals de rubber tape om een electriciteitsdraad – ervoor moet zorgen dat de verschillende impulsen niet van de ene naar andere, ernaast liggende zenuwen kunnen springen, want dan krijg je ‘kortsluiting’ en dat geeft problemen met de motoriek.

En wat doen wij? Op een moment dat deze ontwikkeling (het aanleggen van de beschermende, isolerende myelineschedes om de zenuwen heen) nog lang niet voltooid is introduceren wij bijtende, gevaarlijke agressieve stoffen in het onvolgroeide organisme!

Onafhankelijke wetenschappers waarschuwen voor de beschadigingen die kunnen optreden, want beschadigingen van zenuwen kunnen de oorzaak zijn van problemen met de motoriek… de zintuigen… de organen… of wat dan ook, afhankelijk van waar die beschadiging plaatsvindt.

En voor veel ouders die de wegen vinden naar onafhankelijke wetenschappers vallen de muntjes opeens op hun plek.

De farmaceutische industrie heeft haar eigen wetenschappers

Wat zeggen de wetenschappers die de vaccins ontwikkelen over aluminium? Het vaccin wordt op de markt gebracht; ze weten wat erin zit; ze weten dat aluminium een gevaarlijke stof is; ze hebben geen onderzoek gedaan op baby’s.

Wat zeggen afhankelijke wetenschappers over aluminium in vaccins? Niets. In ieder geval niet tegen ouders en niet tegen artsen. Ze vertellen ons alleen dat het een ‘ander ingrediënt’ is.. – de ‘wérkzame ingrediënten’ van vaccins zijn de verzwakte micro-organismen. Ik heb het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) daar eens een keer over opgebeld: “Als aluminium geen ‘werkzaam ingrediënt’ is, waarom laten jullie het er dan niet uit? Het is tenslotte ook een neuro-toxische stof.” “Dat kan niet”, zei de mevrouw aan de telefoon, “want dan wordt er onvoldoende immuniteit opgebouwd”. Het is wel degelijk een werkzaam ingrediënt! Als er geen aluminium in vaccins zit ‘werken’ ze niet, maar als je vraagt of de werking van die stof dan ook niet in staat is om de hersenen van de baby te beschadigen – bij volwassenen is dat verband gelegd – dan krijg je te horen dat het ‘niet is aangetoond’. En dan zijn we dus weer terug bij af, want zolang er geen onderzoek – lange termijn, mét een controle groep gedaan wordt, zal het ook nooit aangetoond worden ook.

Tenzij ouders dit onderzoek zelf gaan doen!

En dit is het punt dat ouders in Amerika al bereikt hebben.

Vaccinatieprogramma’s zijn gebaseerd op vertrouwen. En het is nou net dat vertrouwen dat begint te wankelen. Op het laatste congres ‘Give us the choice and show us the science’ hebben 700 aanwezige wetenschappers, ouders en artsen besloten niet langer te wachten en uit hun eigen zak 100.000 dollar bij elkaar gebracht. Dit bedrag is nodig om een paar miljoen dollar te genereren die nodig is om een onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoek te bekostigen.

In deel 4 gaan we het hebben over hoe en waartegen we onze kinderen echt moeten beschermen: we gaan het hebben over corruptie, over veiligheid en bewustzijn. Het laatste woord van deel drie van ‘Vaccin Vrij!’ is aan Barbara Lou Fisher, de oprichtster van het NVIC en drijvende kracht achter het bovengenoemde initiatief. In de onderstaande You-tube legt zij uit waarom onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek hard nodig is.
https://www.youtube.com/watch?v=8_dZe8_7OkE

Dank voor het lezen en tot gauw.

 

Postscript:
Ik heb mijn uiterste best gedaan om mijn boodschap zo helder mogelijk op te schrijven. Voor de verspreiding ervan vertrouw ik op “onzichtbare helpers”.

Voel je je geraakt, en zie je het belang ervan in dat elke ouder toegang heeft tot aanvullende informatie? Help dan alsjeblieft mee ze te bereiken! Neem even een moment om te bedenken of je iemand kent die mogelijke geïnteresseerd zou kunnen zijn.. (andere) ouders, vrienden, vriendinnen… je echtgeno(o)t(e), de buurvrouw. Je kunt via Facebook, Twitter, per email of welke manier je ook maar verkiest je netwerk informeren.

Hartelijk dank, en veel plezier bij het lezen van het volgende deel van ‘Vaccin Vrij!’.

Bron: http://www.vaccinvrij.nl/pages/hoofdstuk3.html

Share.

In tegenstelling tot de reguliere media hebben wij geen inkomsten uit advertenties en ook ontvangen wij geen subsidies van de overheid. Om te bestaan zijn wij volledig afhankelijk van de donaties van onze lezers!

Een gulle donatie verzekert dat we ook in 2024 iedereen van het echte nieuws kunnen blijven voorzien!


<< Klik hier om te doneren >>

 

Misschien later